Verkorte dagtrajecten Lager Onderwijs Campus Diepenbeek

Je wordt een taalcompetente leraar op het vlak van schrijven. Aan bod komen correct spellen, een variatie aan teksten schrijven (bv. brieven aan ouders of collega's, leerverslagen, een projectaanvraag, een paper), schriftelijk heldere vragen en opdrachten formuleren en schriftelijk kwaliteitsvolle feedback geven. 

Belangrijk in het lager onderwijs zijn schriftelijke en vooral mondelinge vaardigheden in het Frans. Dus je leert vanuit authentieke communicatieve situaties, gepaste werkvormen en taaltaken mondelinge interactie in het Frans aangaan, bevorderen, onderwijzen en evalueren. 

Je werkt vanuit verschillende perspectieven een WO-thema uit aan de hand van de visie en didactiek van WO en de actualiteit. We bespreken verschillende kennisdossiers: niet-levende natuur en techniek (aggregatietoestanden, geluid, licht, magnetisme, elektriciteit, energie, krachten, overbrengingen, constructies, biochemie), ecosystemen, landschappen en geografische streken, de belangrijkste evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak van Oudste Tijden tot Nieuwe Tijd.

In dit opleidingsonderdeel leer je wiskundige, didactische principes inzetten om leerlijnen getallenkennis en hoofdrekenen met rationale getallen te vertalen naar activiteiten in de lagere school.

Je leert een accuraat beeld verwerven van een (stage)klas en ontwerpt doelgerichte activiteiten en leertrajecten om ontwikkelingsnoden, welbevinden en betrokkenheid, competenties en prestaties van kinderen en de klas te ondersteunen.

Leerlingen komen tot inzichten in de directe omgeving vanuit exploratie buiten de klasmuren. Doorheen samenwerking, overleg en dialoog met medestudenten en andere partners gaan we dieper in op kennis van de eigen omgeving, sociale vaardigheden, interculturele competenties, omgaan met diversiteit, werken aan differentiatie, kritisch omgaan met de realiteit, multiperspectiviteit, ...

Je leert via mondelinge interactie (gesprekken voeren, verslag uitbrengen, mondelinge opdrachten geven, uiteenzettingen geven …) een krachtige (taal)leeromgeving creëren. Je denkt ook zelf na over taalgebruik (zinnen en woorden) en over het taalsysteem.

Je krijgt inzicht in referentiematen zoals lengte, oppervlakte, inhoud, volume, gewicht, tijdsduur, tijdstip,... en maakt verantwoorde didactische keuzes met betrekking tot leerlingen leren metend rekenen en probleemoplossend, logisch leren redeneren.

Je gaat zelf actief aan de slag met muzische werkvormen, beschouwing van kunstwerken en de (actuele) wereld van de kunsten. Daarbij ontdek je al doende mogelijkheden en beperkingen om muzische prikkeling te vertalen naar kinderen.

Je werkt verdiepend aan het ontwerpen van doelgerichte activiteiten en leertrajecten op basis van een accuraat beeld van een (stage)klas. De ondersteuning van kinderen en klas staat daarbij centraal.

Levensbeschouwing: rooms-katholieke godsdienst I

Samen gaan we op zoek naar een eigentijdse visie op goed en zinvol godsdienstonderwijs. We verdiepen ons in het leerplan, we staan stil bij de ontwikkeling van godsbeelden, we hebben aandacht voor de Bijbel en de figuur van Jezus, het Paasgeloof, gebed, rituelen, feesten, ... In elke sessie leggen we de link naar de concrete levensvragen van kinderen en hoe we hen kunnen meenemen in de gezamenlijke, menselijke zoektocht naar zin en betekenis.

Levensbeschouwing: niet-confessionele zedenleer I

In dit opleidingsonderdeel werken we aan onderwerpen als diversiteit in de klas, waarden verhelderen, vrijzinnig humanisme en didactiek. We betrekken bij elke les ook de actualiteit.

Levensbeschouwing: islamitische godsdienst I

Je maakt kennis met de koranteksten relevant voor het lager onderwijs, het leven van de profeet Mohammed en de verhalen van belangrijke profeten. Je verdiept je in het leerplan islamitische godsdienst en je maakt kennis met lesmaterialen en didactische werkvormen om de vertaling te maken van de teksten/verhalen naar de leefwereld van de leerlingen. 
 

Je doet ervaring op in de praktijk. In de opleiding en in je stageschool groei je duidelijk in leerkracht zijn. In het eerste semester loop je stage in de 2de graad of het 2de leerjaar, in het tweede semester is dat in de 3de graad.

We verdiepen ons in Nederlands als eerste taal én Nederlands als tweede taal, meertaligheid, vreemdetaalinitiatie, ... om te komen tot taalbeleid op klas- en schoolniveau in functie van zorg en gelijke onderwijskansen.

Je onderzoekt mogelijke thema's zoals armoede, migratie, ongelijkheid, milieuschade, democratie, mensenrechten, globalisering, diversiteit en interculturaliteit, ... Je staat stil bij de complexiteit van een selectie van deze thema's, maar ook bij je eigen kijk erop, en je eigen mens- en wereldbeeld. Je slaagt erin om je eigen visie op een onderbouwde en inspirerende manier te verwoorden naar anderen.

Je werkt vanuit verschillende perspectieven een WO-thema uit aan de hand van de visie en didactiek van WO en de actualiteit. We bespreken verschillende kennisdossiers: niet-levende natuur en techniek (aggregatietoestanden, geluid, licht, magnetisme, elektriciteit, energie, krachten, overbrengingen, constructies, biochemie), ecosystemen, landschappen en geografische streken, de belangrijkste evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak van Oudste Tijden tot Nieuwe Tijd.

We gaan dieper in op verschillende opvoedingsprojecten (van de koepels en de onderwijsnetten, met bijzondere aandacht voor het concept van de katholieke dialoogschool) en het onderliggende mens- en wereldbeeld, en de eigen levensbeschouwelijke overtuiging in verhouding tot de onderwijsvisie van de school.

Je zet een praktijkonderzoek op op basis van je eigen interesses en noden. Het doel is om samen met anderen in groepswerk tot innovatie te komen in het onderwijs en de ontwikkeling van alle kinderen in je stagecontext te stimuleren.

De stage van het eerste semester vindt plaats in het eerste leerjaar en de stage in het tweede semester vindt plaats in de derde graad. Daarbij staat jouw leerproces centraal op vlak van verdieping en integratie in het ontwikkelen van een krachtige leeromgeving gericht op zorg voor elk kind.

Je wordt een taalcompetente leraar op het vlak van schrijven. Aan bod komen correct spellen, een variatie aan teksten schrijven (bv. brieven aan ouders of collega's, leerverslagen, een projectaanvraag, een paper), schriftelijk heldere vragen en opdrachten formuleren en schriftelijk kwaliteitsvolle feedback geven. 

In dit opleidingsonderdeel leer je wiskundige, didactische principes inzetten om leerlijnen getallenkennis en hoofdrekenen met rationale getallen te vertalen naar activiteiten in de lagere school.

Je leert een accuraat beeld verwerven van een (stage)klas en ontwerpt doelgerichte activiteiten en leertrajecten om ontwikkelingsnoden, welbevinden en betrokkenheid, competenties en prestaties van kinderen en de klas te ondersteunen.

Belangrijk in het lager onderwijs zijn schriftelijke en vooral mondelinge vaardigheden in het Frans. Dus je leert vanuit authentieke communicatieve situaties, gepaste werkvormen en taaltaken mondelinge interactie in het Frans aangaan, bevorderen, onderwijzen en evalueren. 

Je werkt vanuit verschillende perspectieven een WO-thema uit aan de hand van de visie en didactiek van WO en de actualiteit. We bespreken verschillende kennisdossiers: niet-levende natuur en techniek (aggregatietoestanden, geluid, licht, magnetisme, elektriciteit, energie, krachten, overbrengingen, constructies, biochemie), ecosystemen, landschappen en geografische streken, de belangrijkste evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak van Oudste Tijden tot Nieuwe Tijd.

Je krijgt inzicht in referentiematen zoals lengte, oppervlakte, inhoud, volume, gewicht, tijdsduur, tijdstip,... en maakt verantwoorde didactische keuzes met betrekking tot leerlingen leren metend rekenen en probleemoplossend, logisch leren redeneren.

Je werkt verdiepend aan het ontwerpen van doelgerichte activiteiten en leertrajecten op basis van een accuraat beeld van een (stage)klas. De ondersteuning van kinderen en klas staat daarbij centraal.

Leerlingen komen tot inzichten in de directe omgeving vanuit exploratie buiten de klasmuren. Doorheen samenwerking, overleg en dialoog met medestudenten en andere partners gaan we dieper in op kennis van de eigen omgeving, sociale vaardigheden, interculturele competenties, omgaan met diversiteit, werken aan differentiatie, kritisch omgaan met de realiteit, multiperspectiviteit, ...

Je gaat zelf actief aan de slag met muzische werkvormen, beschouwing van kunstwerken en de (actuele) wereld van de kunsten. Daarbij ontdek je al doende mogelijkheden en beperkingen om muzische prikkeling te vertalen naar kinderen.

Levensbeschouwing: rooms-katholieke godsdienst I

Samen gaan we op zoek naar een eigentijdse visie op goed en zinvol godsdienstonderwijs. We verdiepen ons in het leerplan, we staan stil bij de ontwikkeling van godsbeelden, we hebben aandacht voor de Bijbel en de figuur van Jezus, het Paasgeloof, gebed, rituelen, feesten, ... In elke sessie leggen we de link naar de concrete levensvragen van kinderen en hoe we hen kunnen meenemen in de gezamenlijke, menselijke zoektocht naar zin en betekenis.

Levensbeschouwing: niet-confessionele zedenleer I

In dit opleidingsonderdeel werken we aan onderwerpen als diversiteit in de klas, waarden verhelderen, vrijzinnig humanisme en didactiek. We betrekken bij elke les ook de actualiteit.

Levensbeschouwing: islamitische godsdienst I

Je maakt kennis met de koranteksten relevant voor het lager onderwijs, het leven van de profeet Mohammed en de verhalen van belangrijke profeten. Je verdiept je in het leerplan islamitische godsdienst en je maakt kennis met lesmaterialen en didactische werkvormen om de vertaling te maken van de teksten/verhalen naar de leefwereld van de leerlingen. 
 

Je doet ervaring op in de praktijk. In de opleiding en in je stageschool groei je duidelijk in leerkracht zijn. In het eerste semester loop je stage in de 2de graad of het 2de leerjaar, in het tweede semester is dat in de 3de graad.

Je leert via mondelinge interactie (gesprekken voeren, verslag uitbrengen, mondelinge opdrachten geven, uiteenzettingen geven …) een krachtige (taal)leeromgeving creëren. Je denkt ook zelf na over taalgebruik (zinnen en woorden) en over het taalsysteem.

Je onderzoekt mogelijke thema's zoals armoede, migratie, ongelijkheid, milieuschade, democratie, mensenrechten, globalisering, diversiteit en interculturaliteit, ... Je staat stil bij de complexiteit van een selectie van deze thema's, maar ook bij je eigen kijk erop, en je eigen mens- en wereldbeeld. Je slaagt erin om je eigen visie op een onderbouwde en inspirerende manier te verwoorden naar anderen.

Je werkt vanuit verschillende perspectieven een WO-thema uit aan de hand van de visie en didactiek van WO en de actualiteit. We bespreken verschillende kennisdossiers: niet-levende natuur en techniek (aggregatietoestanden, geluid, licht, magnetisme, elektriciteit, energie, krachten, overbrengingen, constructies, biochemie), ecosystemen, landschappen en geografische streken, de belangrijkste evoluties op politiek, sociaaleconomisch, religieus en cultureel vlak van Oudste Tijden tot Nieuwe Tijd.

We gaan dieper in op verschillende opvoedingsprojecten (van de koepels en de onderwijsnetten, met bijzondere aandacht voor het concept van de katholieke dialoogschool) en het onderliggende mens- en wereldbeeld, en de eigen levensbeschouwelijke overtuiging in verhouding tot de onderwijsvisie van de school.