Examenvormen | UCLL

Op elk type examen moet je je anders voorbereiden. Hier vind je heel wat nuttige tips per examenvorm verzameld. 

Check ook wat je moet doen vóór de examens om goed voorbereid de blokperiode in te duiken.

Meerkeuzevragen

Tips bij de voorbereiding

Het juiste antwoord staat al op je blad. En net daarom moet je de leerstof grondig en precies kennen, ze goed begrijpen en kunnen toepassen.

  • Leer en begrijp de betekenis van alle begrippen en concepten in je cursus
  • Let op structuur en inzicht
  • Wees alert voor gelijkaardige en tegengestelde zaken
  • Zoek zelf voorbeelden en toepassingen
  • Probeer zelf goede meerkeuzevragen te bedenken

Tips bij het invullen

  • Lees de instructies aandachtig: hoe is de puntenverdeling? Is er slechts één antwoord juist of kunnen meerdere antwoorden worden aangeduid per vraag?
  • Wordt giscorrectie toegepast? Indien geen giscorrectie: vul alle vragen in, want je verliest geen punten door te gokken. Bij giscorrectie: opletten met gokken want er worden punten afgetrokken bij een fout antwoord.
  • Lees de vragen zeer aandachtig en onderstreep eventueel belangrijke woorden in de vraag. Dek de antwoordalternatieven af en probeer de vraag zelf op te lossen, kijk pas daarna naar de antwoordalternatieven.
  • Duid sleutelwoorden in de vraag aan (vb. ‘altijd’, ‘nooit’,…). Zo trap je niet in logische misleidingen.
  • Werk in verschillende rondes.Gebruik alle beschikbare tijd, lees alles na. Kijk ook na of je jouw antwoord correct hebt overgebracht op het elektronische antwoordformulier.

In een eerste ronde lees je alle vragen en los je die die je zeker weet meteen op. Antwoordalternatieven die zeker fout zijn, schrap je alvast.
In een tweede ronde buig je je over de overblijvende vragen: weet je ondertussen het antwoord? Vul dat dan in. Tel daarna eens hoeveel punten je al hebt en ga na of je nog ruimte hebt om te gokken. Als er giscorrectie wordt toegepast, is gokken niet altijd aan te raden.

Begin je te twijfelen? Je eerste antwoord is meestal het beste. Alleen als je echt een grove fout ontdekt (vb. telfout, compleet fout inzicht), kan je op het laatste moment je antwoord toch nog veranderen.

Schriftelijk examen

Oriënteer je op het examen

  • Hoeveel tijd heb je?
  • Hoeveel vragen zijn er?

Als er veel vragen zijn: werk dan in rondes.

  • In een eerste ronde lees je alle vragen. Eventueel vul je de makkelijkste vragen al meteen in.
  • Tijdens de tweede ronde sta je wat langer stil bij de iets moeilijkere vragen.
  • In een derde ronde buig je je over de erg moeilijke vragen.

Als er weinig vragen zijn, lees je eerst alle vragen voor je eraan begint. Je kan al een aantal korte aantekeningen maken in potlood of op je kladblad. Verdeel de beschikbare tijd over de vragen en begin vervolgens met de makkelijkste vraag.

Algemeen:

  • Lees de vraag rustig en duid enkele kernwoorden in de vraag aan.
  • Bedenk je antwoord eerst, voor je het opschrijft (schrijf eerst een conceptantwoord of een aantal kernwoorden / geheugensteuntjes op een kladblad). Let hierbij op wat er gevraagd wordt en van je verwacht wordt.
  • Oefeningen en berekeningen maak je beter ook eerst in het klad.
  • Schrijf je antwoord goed uit en laat hierbij zien wat je weet (de docent weet dat namelijk niet), gebruik de gegeven antwoordruimte.
  • Laat zien dat je verbanden kan leggen, dat je beweringen kan staven aan de hand van de cursus, dat je de leerstof tot in de details begrijpt en die ook kan toepassen.
  • Wees duidelijk en accuraat in je beweringen.
  • Breng structuur aan in je antwoord: maak verschillende alinea’s, onderstreep kernwoorden, nummer eventueel.
  • Geef originele voorbeelden: denk terwijl je studeert al na over mogelijke voorbeelden.
  • Controleer je antwoord: staat alles erin, zijn alle onderdelen van de vraag beantwoord en is de opbouw logisch? Let op eventuele schrijffouten.
  • Schrijf duidelijk en leesbaar.
  • Vermijd chaotische zijsprongen in je antwoord.

Openboekexamen

Bij een openboekexamen wordt nagegaan of je de leerstof begrijpt en kan toepassen. Je krijgt dus geen vragen die polsen naar letterlijke kennis. Enkel je begrip, analytisch inzicht en toepassingsvermogen worden getest.

Hoe studeren voor een openboekexamen?

Blok de essentie en zorg dat je de rest makkelijk kunt terugvinden.
Een veel voorkomend probleem bij openboekexamens is tijdsgebrek. Er is doorgaans niet voldoende tijd om hele passages uit je handboek te herlezen. Zorg er dus voor dat je de leerstof goed beheerst. Concentreer je tijdens het studeren op de grote lijnen, maar probeer toch zoveel mogelijk te memoriseren en gebruik je boek enkel om je antwoord even na te kijken.

Markeer en structureer je cursusmateriaal:

  • Maak een inhoudstafel van al je materiaal.
  • Maak ook aantekeningen en markeringen in de tekst.
  • Stel eventueel een trefwoordenlijst op.
  • Gebruik post-its om hoofdstukken en de belangrijkste zaken snel terug te vinden.
  • Zorg ervoor dat losse papieren gebundeld worden en niet door elkaar kunnen geraken.

Hoe een openboekexamen afleggen?

Verdeel de beschikbare examentijd over de examenvragen en hou je aan deze tijdsplanning.
Schrijf geen passages uit je handboek letterlijk over. Op een openboekexamen wordt niet gevraagd naar informatie die je gewoon uit het boek kan kopiëren, wel naar toepassingen, verbanden en inzicht.

Mondeling examen

Voorbereiding op een mondeling examen

  • Informeer je over de precieze vorm en het verloop van het examen: hoeveel voorbereidingstijd krijg je? Moet je je antwoord volledig uitschrijven voor de docent of moet je slechts notities maken voor jezelf?
  • Oefen op voorhand in het mondeling uitleggen van je cursusinhoud.
  • Kledij: een pak hoeft niet, maar houd het wel zakelijk en kom verzorgd over.

Schriftelijke voorbereiding

  • Bewaak je tijd: Blijf niet te lang bij een vraag tot ze volledig in detail is uitgewerkt. Het zou kunnen dat je dan geen tijd meer hebt om de volgende vraag voor te bereiden.
  • Vermijd volzinnen. Beperk je tot een kort en gestructureerd antwoordschema met kernwoorden. Wanneer je voorbereiding wordt nagelezen door de docent, schrijf het antwoord dan uitvoeriger neer.

Mondelinge toelichting

  • Neem de tijd om te antwoorden.
  • Situeer de vraag en je antwoord in het geheel van de cursus.
  • Antwoord op een dynamische en boeiende manier. Vermijd eentonigheid en afdreunen.
  • Structureer je antwoord: begin niet zomaar alles te vertellen wat je weet. Kader je antwoord en bouw dan logisch op.
  • Een mondeling examen is meestal een demonstratie in hardop denken over de leerstof: bespreek een argumentatie volledig, sla geen stappen over.
  • Vertel het antwoord in plaats van het af te lezen van je blad. Kijk de docent aan als je antwoordt.
  • Laat je niet uit je lood brengen door bijvragen. Neem de tijd om rustig na te denken over je antwoord, ook op bijvragen.
  • Als je het antwoord echt niet weet, vraag dan eventueel om verdere toelichting bij de vraag.
  • Eindig je uiteenzetting met een besluit waarin je jouw antwoord samenvat.
  • Probeer je niet van je stuk te laten brengen door de gezichtsuitdrukking of gedragingen van de docent.
  • Studenten zijn geneigd om een deel van hun kennis niet te vermelden omdat dit ‘zo voor de hand ligt’. Een docent kan geen gedachten lezen en beoordeelt je naar wat je onder woorden brengt
  • Herhaal moeilijke bijvragen in je eigen woorden om jezelf zo wat extra denktijd te geven.