Kruimelpad
Het verhaal van Jonathan
Hij zat helemaal niet op zijn plek in het middelbaar maar kan nu eindelijk zijn wie hij is en dromen van een job die bij hem past.
Studietraject
Van leerling kantoor tot sociaal-cultureel werker.
Hij belandde in België voor de liefde, worstelde met de Nederlandse taal, maar behaalt nu eindelijk zijn diploma.
Dé troef van het graduaat?
“De modulaire organisatie. Je studeert meer doorheen het jaar, maar je kan tenminste focussen op één onderwerp tegelijk. Ook het praktijkgerichte is een groot pluspunt, ik vind het geweldig om mijn eigen stageplekken te mogen kiezen.”
"In het buitengewoon onderwijs in mijn buurt waren er maar twee opties: kantoor of voeding en verzorging. Van de cijfertjes en powerpoints werd ik niet bepaald warm, maar ik wilde een diploma. Doordat ik niet op mijn plaats zat, werd ik ook niet echt serieus genomen. Enkele leerkrachten vroegen zich luidop af of ik echt wel verder zou studeren: ‘Zal dat wel lukken, Jonathan?’. Gelukkig waren er ook wel die verder keken dan dat. ‘Kantoor is niets voor jou, maar in een andere richting zal je je ding wel kunnen doen.”
Omkaderd kot
“Het enige wat voor mij meer dan ooit duidelijk was, is dat ik iets met mensen wilde doen. Ik ben animator bij Kazou en heb lang rolstoelbasket gegeven aan jonge kinderen. Daarin kan ik mezelf zijn. Ik ben met een brede blik beginnen zoeken. Dat je in Leuven omkaderd kan wonen op kot, gaf de doorslag. Ik woon nu op een kot waar de medestudenten mee instaan voor mij en anderen die wat extra hulp nodig hebben. Een goed gesprek met het opleidingshoofd hier maakte het af: het zou sociaal-cultureel werk worden.”
Geen mevrouw
“Ik kende het systeem van graduaten niet, maar ik heb er veel uitleg over gekregen tijdens dat gesprek. Over de voor- én nadelen: niet aanwezig zijn in de les is geen examen kunnen doen, punt. Verder heb je veel flexibiliteit: sommige vakken liggen vast, veel dingen kan je zelf indelen. Jij hebt voor een stuk de regie in handen en dat was een belangrijke factor voor mij. Het contrast tussen mijn vorige leerkrachten en de docenten hier, is enorm. Ik kwam recht uit het middelbaar en kwam dus altijd af met ‘mevrouw’ en ‘meneer’. Maar de docenten hier vonden dat maar vreemd. ‘Zeg maar Hilde, of Daisy’. Soms zeiden ze zelfs: ‘Mevrouw is er niet.’ Ik mag de coördinator zijn deur platlopen, hij probeert alles op te lossen, samen met mij.”
Jouw drive telt
“Het eerste jaar was ik vooral bezig met bewijzen dat ik het waard was, dat al die leerkrachten van vroeger fout zaten. Tijdens een boeiend vak, een goede stage, besefte ik: ‘Ik vind dit gewoon interessant, wat maakt het uit wat anderen denken over mij?’ Je hoeft geen grootste onderscheiding te hebben, wat je kan en wilt, moet gewoon passen bij het beroep dat je wilt uitoefenen. Het gaat over jouw drive en motivatie. En die is er! Ooit werd mijn laptop gestolen de dag voor mijn examen. Ik heb toen tot drie uur ’s nachts gewerkt om mijn presentatie opnieuw te maken. En dat voor iemand die schoolmoe was! En ik had het gehaald. Dat gaf me vleugels.”
Niet meehuilen
“Ik kan boos worden van onrecht. Het kan niet zijn dat mensen in een land als België in armoede moeten leven. Of dat je met een fysieke beperking niet buiten durft komen omdat de infrastructuur niet aangepast is. De centen moeten uit de politiek komen, maar als sociaal werker ben je een spreekbuis en steun voor die mensen. Zonder dat je moet meehuilen met de cliënten. Dat heb ik ook geleerd: empathisch zijn maar ook authentiek blijven. Soms duwt iemand me letterlijk vijf meter vooruit wanneer ik een berg niet opraak met mijn rolstoel. Dat wil ik ook voor anderen doen. Figuurlijk of letterlijk: door een vzw op te richten die de overheid informeert over toegankelijkheid, bijvoorbeeld.”
Helemaal aanvaard
“Ik weet nog niet of ik na dit diploma ga werken of verder studeren. Ik heb nu een opleiding gedaan waarin ik wél geapprecieerd word. Dat geeft vertrouwen in mijn mogelijkheden. Wanneer ik weer eens een mop maak over mijn beperking, zie je altijd enkele studenten ongemakkelijk schuifelen. Maar de vier, vijf mensen die me echt kennen, weten: ‘Yep, da’s Jonathan’. Weten dat mensen je helemaal kunnen inschatten én aanvaarden, dat is zalig om mee te maken.”