Noteren | UCLL

Noteren tijdens de les

Voordelen van notities nemen:

  • Het houdt je aandacht bij de les: je droomt minder snel weg.
  • Je bewaart essentiële informatie of bijkomende voorbeelden.
  • Je kan na de les je eigen inzichten vastleggen.

Hoe ga je te werk?

  1. Voor de les
    • Bereid je les voor zodat je vooraf weet welke informatie in je handboek of cursus staat  en je die informatie niet meer hoeft te noteren.
    • Bekijk de inhoudsopgave, zodat je voor de les een structuur hebt waarin je je notities kan gieten.
    • Als een presentatie digitaal beschikbaar is, kan je die ook doornemen en afdrukken voor de les.
  2. Tijdens de les
    • Noteer de naam van het opleidingsonderdeel, de datum en de paginanummering, zodat je achteraf geen tijd verliest om je notities op orde te krijgen.
    • Probeer hoofdzaken en details in je notities te onderscheiden door eerst de hoofdlijnen te noteren en nadien de details, als je voldoende tijd hebt.
    • Als je niet kan volgen, laat je witruimte om achteraf aan te vullen (aan de hand van notities van medestudenten).
    • Je hoeft niet alles te noteren wat de docent zegt. Maak zelf een selectie. Schrijf alleen op wat de docent belangrijk vindt en eventuele toevoegingen.
    • Let op signalen van de docent: “dit is heel belangrijk”, “ je hebt drie belangrijke oorzaken … ten eerste… ten tweede… ten slotte…”.
    • Breng duidelijk structuur aan in je notities. Werk met titels en ondertitels. Wees consequent in het gebruik van kleuren en onderstrepingen. Verlies hier niet te veel tijd mee tijdens de les. Achteraf kan je nog altijd de nodige structuur aanbrengen.
    • Schrijf beknopt. Als sommige stukken duidelijk in de cursus staan, kan je gewoon verwijzen naar de cursus. In dit geval beperk je tot de structuur en de hoofdzaken.
    • Geef jezelf aanwijzingen voor tijdens het studeren. Zet bijvoorbeeld een uitroepteken bij een stuk dat de docent belangrijk vindt. Onduidelijkheden kan je aanduiden met een vraagteken. Later kun je aan een medestudent of de docent meer uitleg vragen.
    • Maak gebruik van afkortingen (z= zijn, w=worden, k=kunnen,…) en symbolen (= is gelijk aan, => daaruit volgt,…). Als het gaat om nieuwe afkortingen, kan je misschien een lijstje maken met hun betekenis. Probeer afkortingen consequent te gebruiken.
    • Breek tijdens de les je hoofd niet over grammaticaal juiste zinnen of de spelling van een woord. Als je noteert, is dat geen topprioriteit. Geraak niet achterop door te piekeren over de juiste schrijfwijze van een term. Schrijf het woord gewoon op zoals het klinkt en zoek na de les de correcte schrijfwijze op.
  3. Na de les
    • Neem tijd om notities na te lezen en aan te vullen, correcties aan te brengen en bedenkingen bij te schrijven.
    • Steek geen tijd in het overschrijven van al je notities. Het is tijdrovend en een passief studeergebeuren.
    • Ga na of alles duidelijk is.
    • Duid dingen aan die je niet begrijpt en vraag uitleg aan je medestudenten of docent.
    • Vervolledig de structuur en ga op zoek naar verbanden. Onderstreep kernwoorden, omcirkel signaaltekens en gebruik kleur op een systematische manier.
    • Voeg verwijzingen en aanvullingen uit de cursus toe aan je notities. Daardoor kan  je de inhoud makkelijker verwerken en onthouden.