Kruimelpad
Opinie: Kleuteronderwijs verdient meer dan een karikatuur
Kleuteronderwijs verdient meer dan een karikatuur
De uitspraak van Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir dat de kleuterschool "te veel een crèche is geworden" doet onrecht aan het belang en de complexiteit van kleuteronderwijs. Kleuterleerkrachten zijn geen babysitters, maar vakmensen die de basis leggen voor een leven lang leren. Het is jammer dat deze cruciale fase in de ontwikkeling van kinderen wordt herleid tot een karikatuur. Nu de TIMSS-resultaten voor het vierde leerjaar plots de focus richten op het kleuteronderwijs, is het tijd voor een grondige herwaardering van wat er écht gebeurt in de kleuterklas.
Wiskunde begint wel in de zandbak
In het huidig debat wordt spelen verfoeid en wordt een kennisrijk curriculum in het kleuteronderwijs naar voor geschoven. Dit suggereert een tegenstelling tussen spelen en kennis verwerven. Maar dat is een misvatting. Spelen is de natuurlijke manier waarop jonge kinderen leren.
Kleuters die potjes vullen en legen in de zandbak, zijn niet zomaar bezig. In dit ogenschijnlijk eenvoudige spel met materialen die hen aanspreken, doen ze ervaringen op met begrippen als “vol”, “leeg”, “meer”, “minder”, “voor”, “achter”, “boven” en “onder”. De onderlegde kleuteronderwijzer koppelt die ervaringen doelbewust aan wiskundige begrippen en inzichten die zich in dat handelen tonen en reikt de kinderen ook deze abstractere woordenschat aan.
Wanneer kleuters leren opruimen in de klas ontwikkelen ze het vermogen om verschillen en overeenkomsten te zien, te sorteren en logisch te ordenen, een belangrijke ontwikkeling nodig om later grip te krijgen op getallen. Samen zingen, dansen, spelen met ritmespelletjes helpen kleuters niet alleen om zich af te stemmen op het samen dingen doen, maar zetten ook op weg om patronen te herkennen en te vervolledigen. Als we ook aandacht geven aan die aspecten, zijn het vaardigheden die het fundament vormen voor bijvoorbeeld het zien van structuren in teksten tijdens begrijpend lezen of om het verschil in de abstracte kronkels die geschreven cijfers zijn te herkennen.
De kleuterleerkracht als spilfiguur
Kleuterleerkrachten doen elke dag fantastische dingen om kinderen tot leren te brengen. Goede kleuterleerkrachten hebben een scherp oog voor het spel van kinderen en weten hoe ze hen kunnen uitdagen om verder te denken en te experimenteren, ook in wiskunde. Die expertise komt er niet vanzelf. Met regelmatige professionaliseringsinitiatieven en met doelgerichte uitwisseling tussen collega’s worden leerkrachten sterker in het opmerken van wiskundig handelen binnen spontane spelsituaties en in het verder optillen van het leren van jonge kinderen.
Het is schrijnend dat leerkrachten niet altijd de middelen of ondersteuning krijgen om dit potentieel volledig te benutten. Klasgroepen zijn groot. Planlast blijft een pijnpunt. De essentie: met materialen en in betekenisvolle situaties ervaren, verkennen en onderzoeken, komt onder druk door steeds vroeger in te zetten op ‘werken op papier’. Hierdoor dreigt een verschraling van het leren, waarbij de leerrijke spelomgeving verdwijnt en plaatsmaakt voor lessen die haaks staan op het leren van kleuters. We schakelen te snel over op twee dimensioneel werken waardoor de volledige ontwikkeling van begrippen als hoog, dik, achter, meer … onder druk komen te staan omdat kleuters ze niet ten volle leren ervaren.
Een oproep tot investeren in spelgebaseerd leren
Als we willen dat kinderen sterker komen te staan in taal en wiskunde in de lagere school, is het essentieel om in de kleuterschool te investeren in actief en spelend leren met een sterke taalrijke en denkstimulerende ondersteuning en met de nodige uitdagingen die het leren optillen. Dat betekent:
- Nascholing en professionalisering: Leerkrachten moeten nog meer ondersteund worden om wiskunde- en taalkansen te herkennen en te stimuleren, zowel tijdens het spontane spel van kleuters als in vooraf geplande spelmomenten. Kennis rond hoe ze daarbij verschillende materialen en contexten doelgericht kunnen inzetten, kan daarin ook een aandachtspunt zijn.
- Betere werkvoorwaarden: Klasgroepen moeten kleiner, zodat leerkrachten meer tijd hebben om individuele kinderen te begeleiden.
- Respect voor meesterschap: Kleuterleerkrachten moeten worden erkend als experts die de basis leggen voor een sterke schoolcarrière. Dat betekent dat beleidsmakers hen niet overladen met kritiek, maar vertrouwen en waardering tonen.
- Een gedeeld begrip van spel als leren: Ouders en beleidsmakers moeten beseffen dat spelen geen tijdverdrijf is, maar een essentieel onderdeel van leren. Samenwerken aan een gedeelde visie op kleuteronderwijs, die rekening houdt met de ontwikkelingseigenheid van kleuters, is cruciaal.
De toekomst begint in de kleuterklas
Wat kinderen leren in de zandbak, in de bouwhoek of in de huishoek, bepaalt hun succes in alle vakken in het lager, secundair en hoger onderwijs. Kleuterleerkrachten leggen de fundamenten waarop kinderen bouwen in hun verdere schoolloopbaan.
In plaats van spel als een probleem te zien, moeten we het omarmen als leerplek en noodzaak in ons kleuteronderwijs. Door te investeren in leerkrachten, materialen en opleidingen, versterken we niet alleen onze kinderen, maar ook de samenleving. Het is inderdaad in de kleuterklas dat de toekomst van ons onderwijs begint.
Hilde Stroobants, Leen Remans en Tobias Frenssen zijn onderzoekers verbonden aan het UCLL Expertisecentrum ‘Education & Development’ en de Lerarenopleiding van Hogeschool UCLL.