Kruimelpad
Stage in een Deens ziekenhuis
Rebekka Allaert en Dieter Lyphout, allebei laatstejaarsstudenten Verpleegkunde, trokken voor hun afstudeerstage naar Denemarken. Helaas moesten ze deze door de uitbraak van COVID-19 vroegtijdig afbreken. Nu ze op de rand van afstuderen staan, blikken ze terug op hun opleiding en ervaringen.
Na bijna vier jaar opleiding hebben jullie al heel wat stages achter de rug. Hoe kijken jullie daar op terug?
Rebekka: “Wel, de stages bij Verpleegkunde worden vaak onderschat, volgens mij. Als student moet je niet alleen de lessen volgen, maar ook vroeg opstaan en hard werken tijdens die stageperiodes, waardoor je het studentenleven achter je moet laten. Toch zijn die periodes zeker positief, je ziet doorheen je opleiding zoveel disciplines en de stages geven je een goed idee van wat je wel en niet kunt doen. Bovendien is het leuke dat je in groep werkt met andere verpleegkundigen en artsen en dat geen twee dagen hetzelfde zijn.”
Dieter: "Wat ik meemaakte op de stages was toch heftiger dan ik me op voorhand had ingebeeld. De theorielessen die we kregen, kwamen dan weer relatief goed overeen met mijn verwachtingen."
Waarom kozen jullie voor een stage in het buitenland?
Rebekka: “Ik wilde altijd graag naar een Scandinavisch land, omdat je hoort dat het gezondheidssysteem daar van topkwaliteit is en dat wilde ik zelf ervaren. In Dene¬marken werken ze ook evidence-based en met veel protocols, iets waar ik minder sterk in ben. Omdat ik ook van een uitdaging houd, was mijn keuze voor Denemarken snel gemaakt.”
Dieter: “Ik wilde graag mezelf uitdagen, mijn comfortzone verlaten en verschillende culturen zien, maar ook verschillende standaarden in gezondheidszorg en sociale zekerheid leren kennen en hoe die de bevolking beïnvloeden.”
Lees verder onder de afbeelding.
Hoe ervaarden jullie je stage?
Dieter: “Er zit een enorm verschil tussen de gemiddelde werkdruk en opleiding van een verpleegkundige in Denemarken en in België. Het ziekenhuis verwachtte van ons als stagiairs dus totaal iets anders dan Belgische ziekenhuizen. De opleiding in Denemarken is bijvoorbeeld heel theoriegericht, terwijl wij ons net sterk richten op die praktijk¬ervaring. Laatstejaarsstudenten leren daar bijvoorbeeld pas nadat ze afstuderen hoe ze bloed moeten nemen, terwijl wij dat al leren in het tweede jaar.”
Rebekka: “Het was niet helemaal wat ik ervan verwacht had. De focus van een Deense stage ligt vooral op observatie en theoretische kennis. Ze willen dat je zo veel mogelijk kijkt en daaruit leert. Ik heb echt moeten wennen aan die nieuwe manier van werken.”
Wat kunnen we in België nog leren van de Denen?
Dieter: “Deense ziekenhuizen zijn anders georganiseerd, ze specialiseren er meer. Op sommige afdelingen geven verpleegkundigen geen medicatie, maar doen apothekers dat. Ook laboranten komen zelf bloed prikken bij de patiënten. Dat verlaagt de werkdruk per persoon.”
heb je je Deense collega’s ook iets kunnen meegeven?
Rebekka: “Ze stonden daar vaak versteld dat ik zo snel dingen bijleerde. Dat komt volgens mij omdat ik in België al een hele brok praktijkervaring had opgedaan en veel meer mocht doen dan enkel observeren. In Denemarken zou men volgens mij tijdens de stage-uren ook meer moeten inzetten op praktijk om goed te kunnen meedraaien op een afdeling.”
Rebekka Allaert
Helaas hebben jullie je stage niet kunnen afronden door de coronacrisis. Hoe hebben jullie dit beleefd?
Rebekka: “Voor mij veranderde er eerst weinig, omdat ik op het moment dat het COVID-19-virus in Denemarken uitbrak al zes weken aan de slag was in een hematologisch dagcentrum. De hygiënische en isolatiemaatregelen zijn daar sowieso heel strikt, gezien de beperkte immuniteit van de patiënten. Toen het virus uitbrak werd er nog sterker dan gewoonlijk gehamerd op ontsmetten en handen wassen. Daarnaast werden de nodige voorzorgsmaatregelen snel genomen door mensen met lichte symptomen meteen in quarantaine te plaatsen.”
Dieter: “Het ziekenhuis nam de zaken snel heel serieus. Als student mochten we er niet meer stage-lopen omdat we mogelijk dragers van het virus konden zijn. Ook onze Deense talenschool liet weten dat we onze stage er niet konden verderzetten en ze niet zeker waren of we de opleiding wel konden afronden. Gelukkig kregen we vrij snel van UCLL te horen dat we nog zouden kunnen afstuderen. Onze opleiding en dus ook ons diploma kwamen niet in gevaar, maar de voortzetting ervan in Denemarken wel.”
Zijn jullie nog veilig thuis geraakt?
Dieter: “Denemarken nam van in het begin strengere maatregelen dan België. Na een dag of drie waren bijvoorbeeld de grenzen al gesloten voor alle niet-Denen. Maar we stonden continu in contact met UCLL alsook met de Belgische ambassade in Kopenhagen, die Rebekka en mezelf zeer goed begeleid hebben. Uiteindelijk konden we via een tussenstop in Frankfurt terug naar België vliegen.”
Heeft die plotse stopzetting van de stage gevolgen voor jullie diploma?
Dieter: “Nadat ik terug kwam van Denemarken moest ik 2 weken in quarantaine blijven waarna ik terug aan de slag kon in het ziekenhuis. Het belangrijkste voor mij is dat we kunnen afstuderen, ik heb al een jobaanbieding gekregen op de dienst Intensieve Zorgen van UZ Leuven.”
Rebekka: “Onze stage zullen we afronden op een dienst waar we nuttig kunnen zijn bij de bestrijding van het coronavirus. Momenteel heerst er veel appreciatie voor de zorgsector en ik hoop dat dat naar de toekomst toe ook zo blijft. Zorgverleners zullen ook na de coronacrisis nog enorm hard werken.”