Kruimelpad
Lezing Peter Vermeulen
Wat kunnen recente inzichten in het brein leraren leren over autisme?
"Het voorspellende brein en autisme"
Op 25 oktober gaf pedagoog Peter Vermeulen van ‘sterkmakers in autisme’ en auteur van o.a. “Autisme en het voorspellende brein” op onze UCLL-campus Hertogstraat Heverlee een lezing aan 270 leraren, directies, lerarenopleiders en studenten van onze banaba ‘Buitengewoon Onderwijs’. Een kort verslag van de lezing “Het voorspellende brein en autisme”.
Het brein is een gokmachine
Peter nam het publiek eerst mee op reis doorheen het brein. “In de breinwetenschap is er op dit moment een copernicaanse revolutie bezig. Ons beeld van het brein klopt helemaal niet. Ons brein is geen slimme computer die prikkels verzamelt (input), verwerkt (processing) en tot een rationale conclusie of reactie komt (output). Ons brein is een gokmachine, geen computer.”
Het brein doet aan kansberekening op basis van de context. Om goed te reageren wacht het brein niet op informatie, maar gaat anticiperen. Het brein voorspelt input vooraleer de input er is. De hersenen verwerken niet alle prikkels, maar enkel die stimuli die afwijken van onze bestaande concepten/modellen over de wereld. Het brein reageert dus vooral op zogenaamde "voorspellingsfouten".
De dagelijkse bezigheid van het brein
Wat doet het brein bij elke ervaring? Ons brein probeert voorspellingsfouten te minimaliseren.
- Ofwel zal het brein ons model over de wereld updaten. Dat noemen we leren. "Leren is niets anders dan de modellen over de wereld updaten om beter om te gaan met die wereld."
- Ofwel zal het brein de werkelijkheid aanpassen aan ons model. Het probeert de werkelijkheid te laten overeenkomen met het model om voorspellingsfout te minimaliseren.
Het sleutelconcept bij
autisme: onvoorspelbaarheid
Autisme is een voorspellingsstoornis ("a disorder of prediction"). Autistische breinen proberen heel precieze en gedetailleerde modellen van de wereld te bouwen. Niet-autistische breinen bouwen één relatief model, één flexibel beeld van bijvoorbeeld het concept hond. Autistische breinen bouwen niet één beeld, maar heel veel absolute modellen; alle beelden van honden blijven in het hoofd. Daarom zegt Temple Grandin, een van de bekendste personen met autisme “My mind is a web browser”. Hun hoofd zit vaak helemaal vol.
Hoe komt dat? “Autistische breinen zijn onbewust onzeker,” zegt Peter Vermeulen. “Dat is autisme in de kern. Ze twijfelen aan het eigen model, trekken heel veel zintuigelijke input binnen, en ontwikkelen heel veel absolute modellen".
Dat maakt dat hun zintuigen zo scherp staan. Door te specifieke modellen ontstaan er veel voorspellingsfouten, waardoor hun zintuigen op scherp blijven staan. Dat zorgt voor stress en nog meer onzekerheid op onbewust niveau.
Een prikkelarme omgeving?
Autisme wordt vaak verbonden met overprikkeling en gevoeligheid. Een prikkelarme omgeving is echter niet noodzakelijk de oplossing. Personen met autisme hebben last van licht of geluid, niet omdat ze hyperreactief zijn op sensorische input, maar omdat hun brein onzeker is en daardoor hyper reageert, omdat de input onvoorspelbaar is. Ze hebben dus niet noodzakelijk behoefte aan een prikkelarme omgeving, maar eerder nood aan een voorspelbare omgeving.
4 strategieën voor leraren, volgens de nieuwste inzichten
1. Voorspellingsfouten aanpakken
Personen met autisme hebben nood aan voorspelbaarheid. Dat is niet alleen een dagschema ophangen, maar ook zorgen dat ze kunnen anticiperen op prikkels. Bijvoorbeeld je kan als leraar zeggen: “Hiernaast in de klas is er een leerling jarig, dus het zou kunnen dat we meer lawaai zullen horen.” Autistische breinen moeten weten van waar de prikkels komen, waarom de prikkels er zijn en hoe lang die zullen duren. Ook als leraar moet je gedrag voorspelbaar zijn. Geef bijvoorbeeld aan dat ze een vraag gaan krijgen. Zo kunnen ze anticiperen.
2. zorg voor rust, welbevinden, autonomie en controle
Er is nood aan rust, geruststelling, een goed gevoel, welbevinden, vertrouwen geven, … Dat zorgt dat ze minder stress ervaren, minder last hebben van prikkels of prikkels beter kunnen verdragen en een minder alert brein hebben. Geef ook controle over stimuli: maak bijvoorbeeld geluid voorspelbaar met “ik zal over 3 tellen roepen”. Vertrouwdheid en kunnen anticiperen zorgt voor een rustig brein en helpt om met de wereld om te gaan.
3. Vertraag je communicatie
Autistische breinen werken niet trager, maar zijn onzekerder in het verwerken van communicatie. Communicatie is vooral het voorspellen wat iemand gaat zeggen. Op basis van context maakt het brein bij het begin van een zin een snelle voorspelling van de rest van de zin. Een autistische brein kan niet of veel minder anticiperen. Vertraag daarom je communicatie, geef bijvoorbeeld voldoende verwerkingstijd.
4. Inzetten op herhaling
Kan je kinderen met autisme modelletjes aanleren? "Ja, de theorie van het voorspellende brein is een hoopvolle theorie". Mensen met autisme kunnen leren voorspellen, en kunnen relatievere, flexibelere modellen opbouwen. In het leren moeten we inzetten op herhaling met variaties. We gaan te snel door naar volgende doelen, terwijl autistische breinen er iets langer over doen om hun modellen te updaten. Zij hebben daarvoor 8 tot 9 ervaringen nodig, terwijl niet-autistische breinen vaak genoeg hebben aan 3 ervaringen om modellen en dus voorspelbaarheid op te bouwen.
Meer leren over autisme in het onderwijs?
UCLL banaba Buitengewoon Onderwijs